Natuur
Luxemburg staat bekend om zijn prachtige natuur. Gebieden als de Ardennen en Klein-Zwitserland zijn zeer geliefd onder wandel- en natuurliefhebbers. Voor de flora en fauna is met name het noorden van het land belangrijk, een gebied dat ook wel de Osling wordt genoemd. Het gebied kenmerkt zich door de beboste bergen.
In het zuiden is de natuur aangetast door de bebouwing en de wijngaarden van de moezel. Het gebied ligt lager dan het Osling-gebied, maar kent meer variatie in het landschap.
Flora & Fauna
De boomsoorten die te vinden zijn in de Osling zijn bekende van ons. In de beboste bergen van de Ardennen zijn onder andere de spar, de eik en de esdoorn te vinden. Op de vlakten waar de bomen het laten afweten, domineren de hulst en de dophei. In het zuiden heeft de bebouwing en wijngaarden het grootste deel van de vegetatie verdrijven. Opvallend komen er echter in het zuidoosten van Luxemburg twee mediterrane plantjes voor; de echte gamander en een familiegenootje, de trosgamander. Dankzij de vele bossen in het noorden van Luxemburg bevinden zich daar talloze soorten dieren. Zo zijn er veel roofvogels te vinden, maar ook edelherten en natuurlijk wilde zwijnen. De laatste soort is ook erg geliefd op de menukaart in het wildseizoen. Maar de Luxemburgse bossen zijn ook het thuis voor zeldzame soorten, zoals de zwarte ooievaar en de hazelhoen. Helaas verdwijnen ook in dit land vele zeldzame soorten, waaronder de steenuil.
In het zuiden bevinden zich niet alleen mediterrane planten, maar ook de mediterrane muurhagedis.