Cultuur van Luxemburg

Over het algemeen verschilt de Luxemburgse cultuur niet veel van de Nederlandse. Dit is natuurlijk ook niet verrassend voor een land dat slechts enkele uurtjes in de auto van ons is verwijdert. De bevolking van Luxemburg bestaat voor een groot deel uit buitenlanders. Een groot deel van deze migranten komen uit buurlanden, waardoor hun cultuur niet zo veel verschilt met de oorspronkelijke cultuur van Luxemburg. Een belangrijk deel van de gebruiken en feestdagen van het land stammen uit de christelijk traditie, zoals Invocabit, de processie van Echternach en Emaischen. Veel van deze feesten worden al sinds de late middeleeuwen gevierd.

En typisch kenmerk van de Luxemburgers is hun liefde voor lekker eten. Door het hele land zijn veel sterrenrestaurants te vinden en de Luxemburgers kennen een uitgebreide nationale kaart, aangepast op het seizoen. Wat drinken betreft, wordt er gezegd dat de Luxemburgers de stevigste drinkers zijn. In 2008 haalde het volkje het Guinness book of records omdat ze de meeste alcohol per hoofd van de bevolking zou hebben genuttigd. Het is echter niet zeker of dit klopt; veel Fransen, Duitsers en Belgen kopen sterke drank in Luxemburg omdat daar de belastingen lager liggen.




Geschiedenis

De eerste bewoners van het gebied dat nu Luxemburg heet, waren de Kelten. De Keltische nederzettingen dateren uit de 2e eeuw voor Christus. Zij hebben daar niet lang rustig kunnen wonen, want tussen 58 en 51 voor Christus veroverde de Romeinse veldheer Julius Ceasar Luxemburg. Vanaf die tijd begon Luxemburg vorm te krijgen. Het kleine land begon als een oude Romeinse vesting, Lucilinburhuc genaamd, wat Latijn is voor kleine burcht. De burcht lag waar nu de hoofdstad van Luxemburg, Luxemburg stad, ligt. Na de val van het Romeinse rijk in de 5e eeuw werden de Romeinen verdreven door de Franken uit Germanië. In de daaropvolgende eeuwen kreeg het Christendom steeds meer aanhang onder de toenmalige Luxemburgers. Mensen werden bekeerd en er werden kloosters gesticht. Luxemburg maakte ook deel uit van het Heilige Roomse rijk.

963 is een belangrijk jaar in de geschiedenis van Luxemburg. In dat jaar verkreeg van de Ardense Graaf Siegfried de burcht Lucilinburhuc en de omliggende grond. Dit was het begin van het graafschap Luxemburg en wat begon als een kasteel groeide gedurende de jaren al een sterke vestiging.

Enkele eeuwen later werd het graafschap een hertogdom, door de beslissing van de Duitse keizer. Gedurende de late middeleeuwen hoorde Luxemburg bij verschillende staten, zoals de Bourgondische statenbond en de Nederlanden. Nadat het van de Nederlanden werd afgesneden, zorgde de regering van stadhouder Ernst van Mansfeld ervoor dat Luxemburg zelfstandiger werd.

Toch zou het nog even duren voordat Luxemburg echt een zelfstandige staat werd. Na deel uit gemaakt te hebben van België, Frankrijk en Duitsland, wordt Luxemburg eindelijk onafhankelijk in 1867, na de opheffing van de Duitse Bond. De Nederlandse koning was er echter nog wel groothertog. Pas toen in Nederland koningin Wilhelmina de troon besteeg, kozen de Luxemburgers een andere Nassau als staatshoofd.